Hoe raken wij burnout?

Fik

Deel van de tekst van een column van Peter Bügel in HP/de Tijd 1 december 2000.

Ongeveer vijf procent van de Nederlandse beroepsbevolking heeft ernstige burn-outklachten. Dat zijn er zo'n 340.000. Ze zijn voor een groot deel nog aan het werk. Deze werkenden rapporteren dezelfde klachten als lieden die vanwege zulke problemen onder behandeling zijn van een psycholoog.

Het opgebrand zijn lijkt een onderschat probleem. Al in 1998 schatte het Centraal Bureau voor de Statistiek dat tien procent van de bevolking burnt-out was. Vooral beroepen waarin met mensen wordt gewerkt, zijn risicovol. Medische beroepen met een lage drempel, zoals huisarts, arbo-arts, vroedvrouw en verpleegkundige, lopen het meeste gevaar. Ook in het onderwijs is het slecht gesteld. Daarna volgt de industrie. Hierbij is het interessant dat tussen bedrijven grote verschillen worden aangetroffen. De percentages variëren van 9 tot 27. Er zijn dus meer en minder gezonde bedrijven.
Uit al het beschikbare onderzoek komen steeds drie risicofactoren naar voren. De eerste is de onmogelijkheid zelf invloed op de inrichting van je werk te hebben. Sinds de invoering van allerlei automatisering zitten veel werknemers de hele dag met onzichtbare ketenen aan hun computer geketend. Het protest daartegen gaat in de pols zitten. RSI is een epidemische aandoening aan het worden. De tweede factor is gebrek aan waardering.
Veel werknemers wordt het gevoel gegeven dat ze inwisselbaar zijn. En doordat ontslag altijd dreigt is de onderlinge concurrentie groot en is collegiale steun een verdwenen goed. Ten slotte is er de werkdruk. Volgens het CBS is de werkdruk in Nederland de afgelopen twintig jaar elk jaar met anderhalf procent gestegen. Uit EG-onderzoek uit 1997 blijkt dat Nederland in Europa koploper is in ervaren werkdruk. Een te grote werkdruk verhoogt de kans op serieuze vermoeidheidsklachten met zo'n vierhonderd procent.
Het totale budget van het onderzoekprogramma is twaalf miljoen gulden. Weggegooid geld. Het is zoiets als een patiënt geen eten geven en daarna allerlei duur medisch onderzoek entameren om uit te zoeken waarom hij zo moe en dun wordt. Voor de publieke sectoren gezondheidszorg en onderwijs is deze vermageringsparallel duidelijk. Bezuinigingen in deze sectoren hebben bij de afgelopen regeringen prioriteit gehad. Nu onderzoeken waarom zoveel werkenden daar opgebrand raken, is een gotspe. In het bedrijfsleven is het van hetzelfde laken een pak. Sinds de managers meer en meer aandelenpakketten in het eigen bedrijf kregen, werd de hoogte daarvan het belangrijkste bedrijfsdoel. De beste wijze om de koersen op te drijven is het ontslaan van werknemers. Met het doorzichtige excuus dat mondialisering haar tol eiste, werden duizenden de straat op geschopt. De oorzaak van het opfikken van de achterblijvers behoeft geen wetenschappelijk onderzoek.


Voor boeken over burn-out, klik hier.


Deze columns zijn in overleg met (1945-2013) overgenomen en geplaatst. De vrolijke wetenschap van Peter Bügel (bol.com). Peter Bügel schreef een boek over dat 'iedereen gelijk heeft'.
Geplaatst door .