Noël Ummels in Milieudefensie Magazine december 2004 / januari 2005
Shampoo, aftershave, parfum, deodorant, dagcrèmes,
babylotiondoekjes: het is allemaal uitgebreid onderzocht en
hartstikke veilig. Meent de industrie. Maar volgens de milieubeweging
zijn de chemicaliën in al die verzorgende
producten helemaal niet goed onderzocht.
“Het is een grootscheeps chemisch experiment op de mensheid.”
Eis
een lichaam zonder gif! heet de campagne die Greenpeace
eerder dit jaar startte. Smeer jij gifvrij? is de leus waarmee
Natuur & Milieu en Milieudefensie deze maand hun campagne
startten. De organisaties maken zich zorgen over de lange reeks chemicaliën die in ons lijf terechtkomen.
Via water, huisstof, lucht en voedsel. En bij verzorgingsproducten
als shampoo, deodorant, aftershave en eau de toilette via
een veel kortere weg: na op de huid te zijn gesprayd, gesmeerd
of gewreven, dringen ze zo het lichaam binnen. En die chemicaliën
zijn lang niet altijd onschuldig.
“Bij vrijwel iedereen werden ftalaten (weekmakers;
red.), vlamvertragers én synthetische musken in
hun bloed aangetroffen. Soms in hoge concentraties.”
Vertelt professor Sauer, hoofd kindergeneeskunde in het Academisch
Ziekenhuis Groningen. In opdracht van Greenpeace en in samenwerking
met TNO deed hij bloedonderzoek bij 91 Nederlanders, waarvan
de resultaten te lezen zijn in het rapport 'Man-Made
Chemicals in Human Blood'. “We zochten naar 46 stoffen
en daarvan werden er 36 gevonden, bij álle deelnemers”,
vertelt Sauer. Dat was even schrikken, ze worden er van verdacht
‘persistent’ en ‘bioaccumulatief’
te zijn. Oftewel in gewone mensentaal: de stoffen zouden in
het lichaam blijven (persistentie) en zich daar ophopen (bioaccumulatie).
Sauer: “Tot onze verbazing vonden we in de helft van
de monsters nog sporen van musk-ambrette, een stof die al
sinds 1995 in de Europese Unie verboden is.”
De geurstoffenindustrie, bij monde van PFW Aroma Chemicals
in Barneveld, vindt het ook raar dat musk-ambrette nu nog
in het bloed wordt aangetroffen en bezweert dat de industrie
het niet meer gebruikt. Volgens Lever Fabergé, het
Unilever-onderdeel dat wasmiddelen en producten voor de persoonlijke
verzorging vervaardigt, moeten de sporen uit een andere bron
komen of is er sprake van een onderzoeksfout. Maar milieuhoogleraar
Lucas Reijnders weet wel hoe het komt dat de stof nog steeds
gevonden wordt. “Deze chemicaliën zijn niet persistent
en bioaccumulatief, maar wel slecht afbreekbaar.
Pas op de heel lange termijn worden ze afgebroken.”
Geslachtsverandering
De directeur van pfw Aroma Chemicals was zelf een van de proefpersonen
in het bloedonderzoek van Greenpeace. Niet meer dan logisch,
vindt Breedijk, hoofd product safety assurance bij dat bedrijf.
“Elk onderzoek naar de aanwezigheid van chemicaliën
in mens en milieu is welkom en wij initiëren zelf ook
veel onderzoek. Alle musken die we gebruiken in cosmetische
producten zijn geëvalueerd in opdracht van de Europese
Commissie en veilig bevonden.” Uni-lever doet boven
op het onderzoek van de chemische industrie ook nog eens zelf
onderzoek. Bert Beij, technisch directeur van Unilever-onderdeel
Lever Fabergé: “Wij bepalen zelf of stoffen veilig
zijn bij toepassing in onze producten, want we willen er heel
zeker van zijn dat er geen nadelige effecten op de lange termijn
optreden. Unilever huldigt het principe dat je geen stoffen
mag overdragen op volgende generaties.”
Maar milieuorganisaties wijzen erop dat er honderdduizend
chemicaliën worden gebruikt en dat van slechts vijfduizend
daarvan de risico’s in kaart zijn gebracht. “Er
wordt heel weinig onderzoek verricht naar giftigheid”,
constateert Sauer. “Een belangrijke reden daarvoor is
dat de stoffen zich in ons lichaam vermengen en het onmogelijk
is de effecten van deze talloze cocktails te meten. De industrie
kijkt bij haar onderzoek niet naar de gevolgen op de lange
termijn.” Zoals mutaties die in de natuur zijn ontdekt:
geslachtsveranderingen bij vissen, tweeslachtige ijsberen,
onvruchtbare wulken. Maar ook voortijdige borstontwikkeling
bij meisjes is een mogelijk gevolg van de chemische vervuiling.
Reijnders: “We treffen in dieren met dergelijke voortplantingsproblemen
chemicaliën uit verzorgingsproducten aan. Het kwaad zit
hem in alle stoffen samen: de cocktails.”
Breedijk van PFW Aroma Chemicals geeft toe dat men over cocktails
in het duister tast. “In de mengseltoxicologie valt
nog een hoop te ontdekken.” Maar hij houdt vol dat de
in het bloedonderzoek aangetroffen hoeveelheden geen enkel
gezondheidsrisico opleveren. “Het is ook niet zo dat
natuurlijke alternatieven voor chemicaliën veiliger zijn;
de natuur maakt ook gevaarlijke stoffen. Sterker nog: het
menselijk lichaam is één chemische fabriek.
” En ook Ronald van Welie, technisch -coördinator
van de Nederlandse -Cosmetica Vereniging, wil de consument
geruststellen. “Als je rookt, drinkt en eet krijg je
ook allerlei combinaties van stoffen binnen. Bij roken alleen
al gaat het om meer dan duizend stoffen. Dat chemicaliën
zich in ons lichaam mengen, zijn we van nature gewend.”
Reijnders vindt dat appels met peren vergelijken. “We
hebben het over door de mens gemaakte stoffen, niet over natuurlijke
chemicaliën. Dat is ook het punt van de campagnes van
de milieuorganisaties: dit heb je zelf in de hand, dus koop
een shampoo zonder schadelijke stoffen.” Oftewel het
zekere voor het onzekere nemen, zoals de milieubeweging bepleit.
Zij wenst invoering van het voorzorgsprincipe: eerst aantonen
dat een stof onschadelijk is en pas daarna toepassen in producten.
En ook hoogleraar Sauer verlangt gedegen toxicologische rapporten
van de fabrikanten, waarin de langetermijneffecten van stoffen
beschreven worden. “Zo niet, dan moet je ze verbieden.”
Maar Beij vindt “een gevaarlijke stof per definitie
verbieden een stap te ver. Unilever heeft een hele groep toxicologen
in dienst die kijken naar de eigenschappen van chemicaliën
en naar de blootstelling van mens en milieu. Zo maken zij
een risico-evaluatie.”
Stormram
Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor chemicaliën. Dat
begint al bij de foetus, die via de placenta vergiftigd wordt.
Daarna is er de moederborst, een ware chemicaliëngieter.
Door hun snelle groei blijven kinderen tot tien jaar in de
gevarenzone. Sommige chemicaliën vormen cocktails die
hormonen als oestrogeen nabootsen en zo de ontwikkeling van
organen en het zenuwstelsel beïnvloeden. Verder maakt
de wetenschappelijke literatuur melding van verminderde vruchtbaarheid
en invloed op de ontwikkeling van borstkanker. Maar zulke
observaties zijn stemmingmakerij van de milieubeweging, meent
Breedijk. “Zo wordt de mensen onnodig angst aangejaagd.
Ik onderstreep dat niemand zich zorgen hoeft te maken.”
Van Welie: “Wat dacht je van de anti-conceptiepil? Vergeleken
met de geringe hoeveelheden waar we het hier over hebben,
is de pil een ware stormram voor de hormoonhuishouding.”
Toch trekt het bedrijfsleven zich soms wel wat aan van de
milieubeweging en heeft bijvoorbeeld Unilever afscheid genomen
van diverse chemische toevoegingen. Beij: “Daar hebben
wij nooit ruchtbaarheid aan gegeven, omdat je dan terecht
het verwijt krijgt dat je andere stoffen nog wel toepast.”
Intussen bereidt de Europese Commissie voor 2006 strengere
chemicaliënwetgeving voor onder de naam REACH (Registratie,
Evaluatie, Autorisatie van Chemicaliën). Volgens het
ministerie van Economische Zaken kost deze aanscherping het
Nederlandse bedrijfsleven aanvankelijk geld, maar zorgt het
daarna voor besparingen. De maatschappij scheelt het in elk
geval een hoop: de Europese Commissie raamt de gezondheidsschade
door chemicaliën in Europa op vijftig miljard euro over
een periode van dertig jaar. Alex de Meyer, beleidsmedewerker
gevaarlijke stoffen van Milieudefensie, wijst het bedrijfsleven
op de kansen van REACH. “Als je ziet dat veel productie
naar lagelonenlanden verdwijnt, is het zaak voor de westerse
industrie om zich te storten op dat waarin zij sterk is: innovatie.”
De Meyer heeft samen met Natuur & Milieu de campagne
Smeer jij gifvrij? opgezet. Die moet industrie en consument
wakker schudden, maar vooral de Europese milieuministers tot
daadkracht aansporen. “Wij waren tevreden over de doelstellingen
van REACH, maar onder druk van de industrie zijn die danig
afgezwakt. Het is onze inzet om deze afzwakking ongedaan te
maken. Dat betekent dat veel meer stoffen grondig onderzocht
moeten worden en er veilige alternatieven moeten komen voor
de giftige.” Om hun argumenten kracht bij te zetten,
hebben ook Natuur & Milieu en Milieudefensie TNO aan het
werk gezet. Het onderzoeksbureau analyseerde veertig deodorants,
shampoos, dagcrèmes, aftershaves en babylotiondoekjes
op de aanwezigheid van giftige stoffen. Die werden in vrijwel
alle gevallen gevonden. “Daarbij wordt de productnorm
nooit overschreden”, erkent De Meyer. “Maar er
is geen norm vastgesteld voor het menselijk lichaam.”
Nergens voor nodig, vindt Van Welie. “Het gehalte stoffen
in het bloed is verwaarloosbaar klein. Het gaat om nanogrammen,
het negende getal achter de komma. Gevaarlijk wordt het pas
als het met een factor duizend toeneemt.” Nee, zegt
Reijnders, gevaarlijk wordt het al als de stoffen zich mengen.
En De Meyer vindt het noodzakelijk om reach zo stringent
mogelijk te maken. “Laten we wel wezen: we zijn bezig
met een grootscheeps chemisch experiment op de mensheid.”
Wat te smeren?
Is Rexona gezonder dan Sanex? Welke deodorant of aftershave
kan ik nu het beste pakken als ik geen risico’s wil
nemen? In januari 2005 komt de uitslag van de ‘Grote
Gif (vrije) Cosmeticatest’ die TNO in opdracht van Natuur
& Milieu en Milieudefensie deed: shampoos, dagcremes,
body lotions, billendoekjes, deodorants en aftershaves werden
op schadelijke weekmakers en synthetische musken getest en
er werd gekeken of er hormoonverstorende parabenen en triclosan
in de producten werden gebruikt. Intussen kun je er bij de
aanschaf pro-beren op te letten of er geen weekmakers en muskverbindingen
in de verzorgingsproducten voor huid, haar en babybilletjes
zitten. Je kunt onder andere kiezen voor producten waarin
vooral natuurlijke ingredienten zijn gebruikt, soms te herkennen
aan het bdih-keurmerk, dat staat voor Bundesverband Deutscher
Industrie und Handelsunternehmen. Natuur en Milieu verwijst
naar de producten van de volgende merken: Weleda, Sante, Lavera,
Dr Hauschka, e-line, Living Nature en de Harmonie-serie. Deze
producenten claimen geen synthetische weekmakers en muskverbindingen
te gebruiken. Wel is het zo dat de natuurlijke alternatieven
die ze gebruiken, bij sommige mensen allergische reacties
kunnen oproepen.
Tot zover het artikel uit Milieudefensie. |