Het Stenen-tijdperk-menu
Citaat uit "Vet, goed voor u" door Marcel
Roele 30 augustus 2002 HP/de Tijd
De lichaams-massa-index (BMI)
is een objectieve manier om te berekenen of iemand zwaarlijvig
is: het lichaamsgewicht in kilo's wordt gedeeld door
het kwadraat van de lengte in meters. Bij een index
boven de 25 (bijvoorbeeld een gewicht van meer dan 70
kilo bij een lengte van 1,65 meter of een gewicht van
85 kilo bij een lengte van 1,80 meter) is iemand te
dik. Een index boven de 30 (meer dan 80 kilo bij een
lengte van 1,65 meter of 100 kilo bij een lengte van
1,80 meter) duidt op zwaar overgewicht. |
Om te voorkomen dat de lichaams-massa-index te veel
oploopt, is volgens Atkins een traditioneel boerenontbijt
van spek, gebakken eieren, worstjes en bonen beter dan
toast met margarine en jam, en een schaaltje cornflakes
met halfvolle melk en suiker, weggespoeld met sap uit
een pak.
Het stenen-tijdperkdieet staat iets kritischer
tegenover vet dan het Atkins-dieet. Immers,
het vetpercentage in wild is de helft van dat in bio-industrieel
vlees. In de oertijd bevatte een vleesmaaltijd in verhouding
meer eiwitten en minder vet dan tegenwoordig. Bovendien
was het vet in de oertijd gezonder van samenstelling.
Wie vlees zoekt van dezelfde kwaliteit als in het stenen
tijdperk moet naar de poelier gaan (en dan geen tam
konijn of ander gefokt wild kopen, maar wilde fazant
of hert) of naar de eco-slager. Vis en wat er verder
uit zee wordt opgehaald, bevat ook het juiste soort
vet.
De enige plantaardige olie met de ideale verhouding
tussen Omega-6 en Omega-3 is canola-olie (gemaakt van
een geteelde variant van koolzaad). In lijnzaadolie
zit vier keer meer Omega-3 dan Omega-6, maar aangezien
vrijwel alle andere vetten op ons menu teveel Omega-6
bevatten, kan lijnzaadolie dienen om de balans in het
dieet te herstellen.
Zowel het Atkins- als het stenen-tijdperkdieet wijzen
koolhydraten af. Gebruik dus zo min mogelijk brood,
pizza, koek, pasta, rijst, aardappelen, patat, chips,
snoep en suiker (ook niet in vloeibare vorm in frisdranken
vruchtensappen). Een sinaasappel hoor je te eten en
niet te drinken, want in de jus zijn de vruchtensuikers
uit hun vezeljasje geperst, zodat ze eerder in het bloed
terechtkomen. Bovendien eet geen mens zes sinaasappelen
achter elkaar, maar het sap van zes sinaasappelen wordt
achter elkaar weggeslobberd, met een overdosis suiker als gevolg.
Het helpt niet veel om volkoren- in plaats van wit brood
en zilvervlies- in plaats van witte rijst te eten. De
extra vezels zijn wel goed voor de stoelgang, maar ze
vertragen de stijging van het bloedsuikergehalte maar
een klein beetje. Peulvruchten dienen met mate gegeten
te worden, want ze bevatten te veel koolhydraten, hoewel
netjes in een jasje verpakt. In de oertijd vormden peulvruchten
nooit het hoofdbestanddeel van de maaltijd dus dat hoort
nu ook niet.
Atkins heeft niet veel met groente, maar er zijn harde
bewijzen dat we in de oertijd veel (gekookt) groenvoer
aten. Broccoli, spruiten, boerenkool enzovoort bevatten
allerlei nuttige stofjes. Weliswaar zitten er ook veel
koolhydraten in deze groenten, maar die zijn zwaar verteerbaar
en kunnen daarom dus geen kwaad.
|