(gebaseerd op persbericht)
Wanneer mensen meer plantaardig in plaats van dierlijk eiwit eten, levert dat ongekende voordelen op. Zo'n 'eiwitomslag' komt zowel de duurzame energievoorziening,
het duurzaam watergebruik, de biodiversiteit als de volks- en
diergezondheid ten goede. Met deze boodschap is op 29 oktober
2004 het NWO- en STW-onderzoekprogramma PROFETAS (Protein
Foods, Environment, Technology And Society) afgesloten
tijdens een eindcongres in Wageningen.
Van 1999 tot en met 2004 hebben negen aio's en negen gepromoveerde
onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, het Wageningen
Universiteit & Researchcentrum en de Universiteit Twente samengewerkt
aan de verduurzaming van de eiwitproductie. Dat gebeurde in
teams van economen, sociologen, politicologen, psychologen,
consumentenonderzoekers, voedseltechnologen, ecologen en chemici.
De resultaten werden tijdens het eindcongres 'Transition
towards sustainable protein supply chains' bekendgemaakt.
Enkele feiten op een rij:
75% van het beschikbare zoetwater, 35% van
het beschikbare land en 20% van alle energie wordt op dit
moment ingezet voor voedselproductie om tot 1 kilo vleeseiwit
te komen is 6 kilo plantaardig eiwit nodig een kilo rundvlees
kost 15 m3 water, een kilo lamsvlees 10 m3,
terwijl voor een kilo graan 0,4 tot 3 m3 water
volstaat van 1950 naar 2000 verdubbelde de wereldbevolking
van 2,7 naar 6 miljard mensen, maar nam de vleesproductie
ruim vijfvoudig toe, van 45 naar 233 miljard kilo in 2050
bewonen 9 miljard mensen de planeet en bedraagt de vleesproductie
450 miljard kilo.
Als we voedsel blijven produceren zoals we dat nu doen, zullen
de negatieve effecten op het milieu toenemen:
verlies van biodiversiteit, klimaatverandering, eutrofiring,
verdroging en zoetwaterschaarste. De PROFETAS-onderzoekers
bepleiten dan ook een 'eiwitomslag': we moeten
minder vlees gaan eten en onze eiwitbehoefte deels gaan vervullen
met zogeheten Novel Protein Foods (NPF's). Deze NPF's zijn
gebaseerd op plantaardige eiwitten uit bijvoorbeeld erwten
of soja. Het betekent niet dat we allemaal vegetarisch moeten
gaan leven. Wel is een zekere productieverandering nodig,
en vooral een mentaliteitsverandering.
Weliswaar zijn in de Westerse landen vleesvervangers
in opkomst, maar de
vleesconsumptie blijft onveranderd hoog. En in industrialiserende landen
als China en Brazili was de vleesconsumptie laag, maar neemt
hij sterk toe. Om een omslag te bereiken zijn dus trendbreuken
op wereldschaal noodzakelijk.
De eiwitomslag heeft talloze nevenvoordelen. Een voorzichtige
schatting - uitgevoerd binnen PROFETAS - leert dat er zoveel
land zou vrijkomen voor aanplant van biomassa, dat daarmee
een kwart van de huidige wereldenergieproductie op duurzame
wijze gedekt kan worden. En dat zonder aantasting van weidegronden
(met extensief geproduceerd vlees) en natuurgebieden (zoals
tropische regenwouden).
Het plantaardige
mes snijdt zo aan twee kanten: de eiwitten als voedingsbron
(voor de mens en wat minder voor het dier) en de koolhydraten
en olin als duurzame energiebron. De eiwitomslag
kan ook helpen om de door dierziekten en crises geplaagde vleeseconomie weer op de rails te krijgen. Ongeveer
eenderde van de wereldhandel in vee en vlees wordt op dit
moment op de een of andere manier getroffen door
uitbraken
van ziekten, met miljarden euro's schade tot gevolg. Ten
slotte zal de omslag een positieve invloed hebben op de volksgezondheid,
door de afname van zowel overgewicht als vleesgerelateerde
ziekten. |