bol.com |
review |
'Eigenlijk draait het evolutiedebat om de vraag: waarom zijn wij er eigenlijk? Waarom ontstonden er wezens zoals wij, met grote hoofden, naakt of aangekleed, kunstig voortwankelend op slechts twee achterpoten, pratend, apparaten makend, soms onwijs slim, zelden wijs? Nog vreemder, waarom hebben ze dit stukje sterrengruis gevuld, nijver werkend, jagend, rovend, strijdend, beminnend, kinderen krijgend, vernietigend, denkend? En waarom lijken ze veel meer te doen dan overleven, waarom doen ze ook aan inleven? Waarom denken ze dat hun wil vrij is? Waarom zoeken ze zelfs naar de zin van dit alles en verzinnen ze goden? En hoe lukt het ze de ogen te sluiten voor hun precaire situatie op een stukje rondtollend sterrenstof?' |
|
|
|
|
Over
toeval en doelgerichtheid in de evolutie
Is de mens het product van een evolutieproces dat gebaseerd
is op toeval of is dit proces gestuurd door een hogere
vorm van intelligentie? |
|
|
Moeilijkheidsgraad:
hoog |
De bekende schrijver, wiens Tertium Organum in het begin der twintiger jaren een stimulans was voor
een derde wijze van denken, ontwikkelt in dit boek een
stelselmatige methode om de lezer zichzelf op psychologische
wijze te leren kennen.
Wie de onvoorstelbare grote mogelijkheden, waarmee de
mens begiftigd is, serieus wil leren ontwikkelen en bereid
is zinvol en doelgericht werk aan zichzelf te verrichten,
zal in dit boek een onmisbare leidraad vinden.
Het bespreekt de grondbeginselen, de wetten en de feiten
met betrekking tot deze mogelijke evolutie, zonder enig
wetenschappelijk, godsdienstig of wijsgerig vooroordeel. |
|
|
|
We plaatsen het bewustzijn op een voetstuk, zien het als de kroon op de evolutie en denken dat het ons onderscheidt van andere dieren: dat het ons verstandig en rationeel maakt, dat het de baas is in ons brein. Ons onbewuste daarentegen zien we als ondergeschikt, als niet meer dan een hulpje van het bewustzijn. Het slimme onbewuste laat zien dat deze zienswijze onzinnig is en dat huist het onbewuste allesbepalend is. Ons bewuste stuurt (met een verwerkingscapaciteit die ongeveer 200.000 keer zo groot is als die van het bewustzijn) ons gedrag, ons denken en onze gevoelens. |
|
|
|
Het bestaan van de mens wordt door de bekende
hoogleraar functieleer en theoretische psychologie aan
de Rijksuniversiteit van Utrecht (1939-1998) geanalyseerd
vanuit een combinatie van psychologie, evolutiebiologie
en gegevens over de bouw van de hersenen. De auteur onderscheidt
drie stel hersenen, namelijk de hersenstam, het zogenaamde
limbische systeem en het laatst ontwikkelde deel van de
schors van de grote hersenen (neocortex), die globaal
een inleiding toestaan in het gedrag van een reptiel,
een zoogdier en de mens. De stelling wordt geponeerd,
dat de evolutie kleine stapjes zet, maar een sprong maakt
als er een groot probleem in de omgeving rijst. Evolutioneel
zou bij zo'n sprong een nieuw systeem met nieuwe taken
aan de oude bestaande primitieve delen van het zenuwstelsel
zijn toegevoegd. In de verschillende niveaus van de hersenen
zouden processen verschillende belangen nastreven en slechts
matig samenwerken. Het boek is voorzien van enige schematische
zwart-wittekeningen. Het bevat een uitgebreide literatuurlijst. |
|