Vrijheid, blijheid?
Hun ouders, die in de jaren zestig braken
met conventies en tradities, zijn daarvan het beste voorbeeld.
Al experimenterend hebben zij de brokken gemaakt waar de twintigers
nu mee zitten. Want wie heeft er niet gescheiden ouders, of
vrienden met gescheiden ouders? Wie heeft er niet tussen zijn
ouders gestaan, terwijl ze ruzieden over de vraag wie het
kind 'nam' in het weekend? Wie heeft niet vriendjes of vriendinnetjes
te logeren gehad die even werden uitbesteed omdat hun ouders
wel wat anders aan hun hoofd hadden dan de tere kinderziel?
Zo moet het dus niet.
Veel jongeren zijn opgegroeid in een welvarend
gezin waarin wordt onderhandeld, en maakten mee hoe
delicaat de balans is die hun ouders in stand probeerden
te houden -met allebei hun eigen (over)werk, hobby's, vrienden
en verplichtingen. En hoe gemakkelijk het evenwicht zoek raakt
-met alle gevolgen van dien. En hoewel diezelfde jongeren
een ander credo uit de jaren zestig hooghouden - wees trouw
aan jezelf! Bewaar je eigen autonomie! - verwerpen ze tegelijkertijd
de gevolgen ervan: verbroken relaties, opgezegde vriendschappen
en getroebleerde familieverhoudingen.
'Juist de generatie van de kinderen van de
echtscheidingscultuur koestert het romantisch ideaal,' zegt
cultuursocioloog en trendwatcher Carl Rohde, wiens bureau Signs
of the Time wereldwijd tweehonderdvijftig 'cool hunters'
in dienst heeft.
'Ze zijn gepokt en gemazeld in die cultuur, ze hebben de emotioneel
disruptieve gevolgen ervan meegemaakt, en ze weten één
ding zeker: Wij Gaan Het Anders Doen. Van Boedapest tot Oslo
tot Rome zeggen jongeren van zeventien, achttien jaar: als
ik moet kiezen tussen opgevoed worden door ruziënde ouders
of door mijn moeder alleen, kies ik voor het eerste.
Babyboomers kozen er juist voor om in zo'n geval de opvoeding
alleen op zich te nemen. Ik noem dat dan ook de "softe
generatiekloof". De grote vraag is natuurlijk
of het die jongeren ook gaat lukken om het anders te doen.
En het antwoord luidt: nee. Want hoewel jongeren het romantisch
ideaal erg opwaarderen, hebben ze weinig voorbeelden van hoe
het wel moet'.
Daar komt nog wat anders bij: niet alleen het goede voorbeeld
ontbreekt, ook de psychologische bagage om de zaken anders
aan te pakken. Rohde: 'Jongeren zijn extra gemotiveerd om
langdurige relaties aan te gaan, maar ze zijn er niet goed
voor geëquipeerd. Dat zie je al bij de groep vijfentwintig-
tot vijfendertigjarigen. Die komen uit kleine gezinnen waarin
ze allemaal de boventoon voerden. Daardoor staan ze zowel
calculerend als naïef in de wereld. Ze slepen een tamelijk
gewond zieltje met zich mee en hebben prioriteitslijstjes
van hier tot god. Ze willen symbiotisch opgaan in de ander,
maar op hun eigen voorwaarden. Dat is cultuursociologisch
dynamiet. Ze zijn totaal gericht op zichzelf: the brand called
me. Je moet jezelf als merk neerzetten, je identiteit, je
imago. Dat is heel calculerend. Bovendien is iedereen, net
zoals een merk, vlotter inwisselbaar dan ooit. Wat je in feite
ziet is dat het model van de mannelijke homowereld wordt omarmd;
in die zin worden we allemaal homo'.
Is dit wat de dragers van de echtscheidingscultuur
wilden: het gezin en de genadeklap geven? Ze begonnen juist
zo blij en optimistisch aan hun toekomst. Dankzij de emancipatie,
de pil en de individuele vrijheid die daardoor mogelijk werd.
Iedereen zou er alleen maar beter op worden. Ze zouden als
onafhankelijke mensen zelf keuzen maken en alleen in alle
oprechtheid met elkaar verkeren. Weg met het keurslijf van
de monogamie, weg met de onvervulbare belofte van eeuwige
trouw, weg uit de kluisters van de twee-eenheid die vrouwen
belemmerde in hun zelfontplooiing en mannen dwong heimelijk
naar de hoeren te gaan, of er stiekem een verhouding op na
te houden. Geen dubbele moraal meer, geen zelfopoffering –compromisloos
jezelf ontplooien, daar ging het voortaan om En zo werden
langzaam maar zeker niet bruiloften, maar (echt)scheidingen
het gesprek op borrels en verjaardagsfeestjes. 'Zij ook al?
Ja, zij ook al. In 1960 gingen er 5700 huwelijken stuk, tegenwoordig
zijn het er 37.500 (inclusief flitsscheidingen). En het einde
van deze oplopende lijn lijkt nog niet in zicht. Daarbij zetten
de ongehuwde stellen de trend: van hen breekt de helft hun
relatie weer af. En zo duiken op foto's en videos van vrolijke
samenkomsten steeds nieuwe mensen op en verdwijnen er andere.
De een komt met de ex van de ander, de volgende mer weer een
nieuwe vriend(in), en van wie alle kinderen zijn die hier
rondlopen, is soms ook lastig te achterhalen.
Het chaotische liefdesleven van de
babyboomers is een slecht voorbeeld voor hun kinderen,
maar er zijn meer factoren. Vraag het maar aan de dertigers
en veertigers van nu. Zo zorgt ook de veranderde organisatie
van het werk ervoor dat het lastiger wordt je voor altijd
aan iemand te binden. Dan gaat het niet alleen over het feit
dat, met de emancipatie van vrouwen, de werkvloer wel een
relatiebemiddelingsbureau lijkt. Er is haast geen plaats te
bedenken waar mannen en vrouwen niet samenwerken. En wie begrijpt
je nu beter dan die aardige collega met wie je jouw sores
kunt bespreken? Met wie je na afloop van een klus nog een
borrel drinkt, of die met je meegaat naar een congres ver
weg? Daarnaast heeft de organisatie van het werk ook invloed
op de manier waarop je over je leven denkt en het inricht.
Overwerk en continue bereikbaarheid doen voortdurend een inbreuk
op het privéleven. En sluipenderwijs doen economische
formules als 'flexibiliteit' en 'netwerk' ook hun invloed
gelden.
De starre familieverbanden zijn ingeruild voor het (flexibele) vriendennetwerk, schrijft de Amerikaanse
socioloog Richard Sennett
in zijn boek De flexibele mens. Psychogram van de moderne
samenleving. En dat hangt samen met het maatschappelijk
klimaat, dat nieuwe eisen stelt. Mensen moeten in toenemende
mate openstaan voor veranderingen, risico's nemen, mobiel
zijn. Op het werk zorgen netwerkachtige structuren voor flexibiliteit,
maar daarmee ook voor onzekerheid, oppervlakkigheid en gebrek
aan sociale binding. Het langetermijndenken geldt in het werk
niet meer, terwijl je dat denken juist nodig hebt om privé
stabiele relaties te kunnen vestigen, stelt Sennett vast.
Privé is niet de tegenhanger van werk; je neemt thuis
niet ineens een heel andere mentaliteit aan dan buiten de
deur. Betrokkenheid en trouw groeien alleen als er sociale
verbanden bestaan, en die hebben tijd nodig om zich te kunnen
ontwikkelen. Bedrijven die werken met een losse, netwerkachtige
structuur, ontwikkelen in de regel zwakke sociale verbanden.
Sennett: 'Overgebracht naar het gezinsleven beteken de afwijzing
van het langetermijndenken in beweging blijven, je niet te
veel inzetten opofferen. (….) Hoe kan men in een kortetermijnsamenleving
langetermijndoelen nastreven? Hoe kan men duurzame sociale
relaties onderhouden? Hoe kan een menselijk wezen zijn levensgeschiedenis
als een doorgaand verhaal leren zien in een samenleving die
slechts episoden en fragmenten kent?'
Het gebruik van de termen 'relaties' en nog niet zo lang geleden
begrippen die het economische leven werden gebruikt om relaties
en partners aan te duiden, laat ook zien hoe anders de maatschappij
is gaan denken over, inderdaad, relaties tussen mannen en
vrouwen. Het zijn termen uit een wereld waarin calculeren
en eigenbelang voorop staan. Is het toeval dat ze nu als vanzelfsprekend
worden gebruikt voor hoogst intieme verbanden? Kan het erop
duiden dat mensen, net zoals in hun arbeidende leven, afstand
bewaren onder het motto 'blijven openstaan voor veranderingen'?
Zien we dat de job-hopper ook een love-hopper is geworden,
beducht voor het aangaan van een langetermijn-commitment,
en gericht op kortetermijnrelaties, die bovendien meer onderhandelbaar
zijn? 'Mensen zijn als de dood verlaten te worden, hunkeren naar de veiligheid van samen-zijn en een helpende hand in
moeilijke tijden. Tegelijkertijd zijn ze op hun hoede om écht met iemand verbonden te zijn, laat staan voor
altijd. In onze tijd van individualisering zijn relaties "mixed
blessings". Ze bewegen zich tussen zoete droom en nachtmerrie,'
schrijft de Amerikaanse socioloog Zygmunt Bauman
in zijn boek Liquid Love. On the Frailty of Human Bonds.
'Het begrip "relatie" vertelt in één
adem het verhaal van het plezier van het samenzijn en de verschrikking
erin opgesloten te zijn'. Anders gezegd: het 'gewonde zieltje'
van de vijfentwintig- tot vijfendertigjarigen over wie Rohde
spreekt, wil zo graag versmelting met de ander, maar zijn
even diepgevoelde verlangen naar autonomie verhindert dat
die tot stand komt.
Hebben Rohde, Bauman en Sennett gelijk? Bestaat
er onder de jongeren van nu zo'n discrepantie tussen willen
en kunnen als het om een romantische verbintenis gaat? Volgens
onderzoek onder ruim duizend studenten van de Leuvense universiteit
wel. In hun verslag Houdingen omtrent huwelijk en echtscheiding
bij eerstekandidatuursstudenten aan de K. U. Leunen concluderen
de sociologen Tim Vanhove en Koen Matthijs dat de studenten
die zij interviewden blijk geven van een 'onrealistisch optimisme'
wat hun relationele toekomst betreft. De jongeren weten dat
huwelijken stuklopen op de hoge eisen van beide partners,
maar dat is geen reden om die niet zelf ook te stellen. Vanhove
en Matthijs: 'jongeren combineren voorwaardelijke trouw (met
als voorwaarden liefde!, vertrouwen!, jezelf blijven! eerlijkheid!)
met een groot optimisme dat het hén wel zal lukken,
ondanks de vele voorbeelden van het tegendeel'. Ook de vijfendertig
studenten die Joanne van den Eijnden voor haar afstudeerscriptie Liefde gaat voor lust ondervroeg over monogamie en
seksuele trouw, bevestigen dat het ideaal van een liefdevolle,
langdurige en exclusieve relatie springlevend is onder jongeren.
En ook zij stellen hoge eisen. Van den Eijnden concludeert:
volgens deze studenten is het in een relatie 'belangrijk elkaar
te stimuleren, met elkaar te kunnen praten, je eigen dingen
te kunnen blijven doen, niet te verlangen naar anderen en
een goed seksleven te hebben. En altijd veel van elkaar te
houden'.
Monogamie is een voorwaarde en middel voor het bereiken en
laten slagen van een relatie. Dat bevestigt het Trendbox-onderzoek Life en Living naar seks en relaties. Daaruit blijkt
dat tachtig procent van de zestien- tot vierendertigjarigen
vindt dat vreemdgaan echt uit den boze is, ook voor een enkele
keer. Je kunt seks en liefde los van elkaar zien als je (nog)
geen geliefde hebt. Maar als je eenmaal bij elkaar bent, is
seks een middel om de intimiteit te bevestigen; lust met een
ander is fout.
De combinatie van hoge eisen aan de
andere en grote autonomie voor jezelf maakt het het haast
onmogelijk om een relatie in stand te houden. De
huidige emotiecultuur vraagt te 'zeggen wat je denkt' en je
gevoelens niet te onderdrukken. Dat gaat slecht samen met
kwaliteiten die juist nodig zijn om goed te kunnen blijven
samenleven: een beetje inschikken, compassie tonen, bereid
zijn om samen te werken en compromissen te sluiten. Ook voor
die 'cultuur van de oprechtheid' is fundament door de babyboomers
gelegd: volg je hart - als dat niet romantisch is. Mensen
zeggen dan ook dat een nieuwe liefde hen 'overkwam': die oogopslag,
die lach, ik voelde me onmiddellijk gegrepen en begrepen,
ik kon niet anders. Ik móest praten, drinken, dansen,
het bed delen. Onontkoombaar- en zo romantisch! Zelfs de afgedankte
geliefde moet het begrijpen. 'Onzin,' zegt emeritus hoogleraar
psychologie Nico Frijda, auteur van het standaardwerk De
emoties. 'Er zijn dingen die onbedwingbaar zijn. Je kunt
er niets tegen doen dat iemand spookt in je dromen, maar wel
dat je er een stap voorverzet hem haar "te krijgen".
Elke emotie is perfect beheersbaar door andere emoties.
Tussen droom en daad speelt cultuur een grote rol. Mensen
die zeggen dat ze hun gevoelens willen volgen, zijn net zo
normatief bezig als mensen die beweren dat die gevoelens beheerst
en onderdrukt moeten worden. Dat je voor je gevoel moet uitkomen
en dat dat authentiek is, is een bedenksel, een kreet uit
de jaren zestig van de vorige eeuw'. Wie 'authentiek zichzelf
achterna gaat' maakt onvermijdelijk relationele brokken. Mensen
willen geborgenheid en veiligheid, maar die mogen hun vrijheid
niet in de weg staan. De liefde wordt aan voorwaarden gebonden,
en daarmee wordt automatisch een afstand tot de geliefde ingebouwd
die een totale overgave in de weg staat, terwijl dat nu juist
het ultieme ideaal is.
Gezins-
en relatietherapeut Carolien Roodvoets, auteur van boeken
over vreemdgaan en verkeerde mannen, ziet
in haar praktijk dagelijks de gevolgen van de cultuur waarin
'echtheid' en individuele autonomie voorop staan. 'Mensen
willen dichter bij zichzelf blijven en dat is op zichzelf
een goede ontwikkeling,' vindt ze.
'Ze streven naar authenticiteit en menen dat alles wat weggemoffeld
wordt, zich tegen je keert. Dat heeft een cultuur zonder schaamte
tot gevolg, een cultuur waarin weinig wordt verhuld. Daar
zit een positieve kant aan: ik ga niet voorliegen wat er niet
is. Maar dat kan ook ontaarden in egoïstisch, narcistisch
gedrag, in alleen doen waar je zelf zin in hebt. Terwijl samenleven
juist betekent dat je een balans moet vinden tussen jouw belangen
en die van de ander. Dat is voor veel mensen heel moeilijk
De huidige cultuur van 'sneller, beter, meer' doet relaties
ook geen goed. Roodvoets: hoe jonger je bent, hoe meer er
is te doen. Studeren, feesten en beesten, even naar Barcelona
vliegen om daar naar de disco te gaan. Jongeren hebben veel
meer geld dan vroeger en willen ook veel meer. En ze hebben
te hoge verwachtingen van elkaar. Ze zijn uit op echte liefde,
die emotioneel een grote toegevoegde waarde heeft. Je moet
goed met je partner kunnen praten, en er ook heftige seks
mee hebben. De Romantische Liefde in een nieuw jasje. Dat
werkt niet. Liefde kan niet "instant". Voor beminnen
zijn tijd en aandacht nodig'. Schaarse elementen in de flexibele
wegwerpcultuur.
Conclusie
Mensen zoeken zich een ongeluk naar die Ene, maar zodra ze die gevonden
hebben, valt die bij nader inzien tegen. Waarna ze op zoek
gaan naar de Volgende Ene. En de daaropvolgende. Vanzelfsprekende
loyaliteiten bestaan niet meer. Mensen maken nu een kosten-batenanalyse
van hun vriendschappen en familiebanden, met als doorslaggevend
criterium: wat schiet ik er zelf mee op. Ze hebben allemaal
haast, ze willen niks missen, en zeker niet met iemand doormodderen.
'Vroeger moesten mensen hun dromen aanpassen aan de realiteit
die hen in een bepaald keurslijf dwong. Nu hoeft dat niet
meer,' constateert Jan Latten, verbonden aan het Centraal
Bureau voor de Statistiek en hoogleraar sociale demografie,
in het bijzonder relatie- en gezinsvorming, aan de Universiteit
van Amsterdam. 'Slechte relaties die vroeger in stand bleven
omdat een huwelijk ook allerlei andere functies vervulde dan
alleen emotionele, gaan eraan. Mensen kiezen steeds meer zelf
in plaats dat ze geleefd worden. Dat zie je op macroniveau,
waar traditionele verbanden (van de kerk, het dorp, de sportvereniging)
zijn weggevallen en individuele keuzen voorop staan, en dat
zie je ook op het microniveau van een relatie. Dat maakt relaties
heel kwetsbaar. Ze zijn niet meer vanzelfsprekend voor het
leven; ze moeten geschikt zijn om je dromen te realiseren, je behoefte aan zelfontplooiing. Een relatie is "slechts"
een hulpmiddel geworden om in je leven gelukkig te worden,
en als dat hulpmiddel niet meer werkt, ga je weg. Dat doen
veel mensen dan ook; ze hebben meer relaties achter elkaar,
en die duren ook korter. Er is tegenwoordig een sterke acceptatie
dat iets niet meer voor eeuwig is. Daarom vieren sommige mensen
ook hun scheiding, net zoals hun huwelijk.
Niet iedereen heeft de luxe van het kiezen van een partner
Het gevaar van al die keuzemogelijkheden is volgens Jan Latten dat er mensen buiten de boot vallen.
'Niet iedereen kan zich gedragen volgens de Tempo Team-reclame,
maar een feit is wel dat de twintigers van nu een leven leiden
dat doortrokken is van de nieuwe normen: de pil', (voor seks
om de seks), de emancipatie (voor de eigen eisen) en de secularisering
(voor het belang van hier en nu), die allemaal de persoonlijke
vrijheid groten. Die vrijheid gaat de komende tien jaar het
beeld van de maatschappij bepalen en zal voor heel wat scheidingen
zorgen, al blijven die voor een belangrijk deel statistisch
onzichtbaar omdat er steeds minder wordt getrouwd'.
De cijfers zijn niet nieuw, maar we noemen ze toch nog maar
een keer: van het hoogtepunt ruim 123.000 huwelijken in 1970
zitten we nu op het voorlopige dieptepunt van 83.000 (alleen
in 1995 werd er nog minder getrouwd: ruim 81.000 keer). Tegelijkertijd
neemt het aantal informele relaties en informele gezinnen
toe. Veertig procent van de eerste kinderen wordt niet meer
in een formeel gevestigde relatie geboren. En hoewel mensen
hun kinderen vaak later alsnog 'echten', is de trend naar
informalisering van de gezinsverhoudingen onmiskenbaar: het
aantal informele gezinnen sinds 1995 bijna verdrievoudigd
(van 78.000 in 1995 tot 214.000 in 2003. Het aantal echtparen
met kinderen is, niet verwonderlijk, afgenomen: van ruim twee
miljoen in 1995 naar bijna 1,9 miljoen in 2003). Die trend
is in lijn met de bewegingen op de huwelijksmarkt. Was in
1970 77 procent van de mensen gehuwd en 19 procent ongehuwd
(en 1 procent gescheiden), in 2003 gaat het om 58 procent
gehuwden en 32 procent ongehuwden (en 8 procent gescheiden
mensen).
Jan Latten: 'Er komen steeds meer tijdelijke singles, en het
krijgen van kinderen buiten een duurzame relatie zal vaker
voorkomen: het wordt normaler dat je partner iemand anders
is dan de vader of moeder van je kinderen. De acceptatie daarvan
zal op den duur toenemen, maar voorlopig wordt het nog niet
mainstream. Je zult wel steeds meer zien dat stellen kinderen
nemen zonder erover na te denken of ze wel twintig jaar bij
elkaar blijven'. Dat laatste vindt Carolien Roodvoets wel
een probleem. 'Je kunt heel goed oud worden in een patroon
van seriële monogamie, voor mijzelf
werkt het uitstekend. Maar als je kinderen wilt, neem je dan
alsjeblieft voor twintig jaar bij elkaar te blijven, wat er
ook gebeurt. Want als er kinderen in het spel zijn, is de
verantwoordelijkheid voor hen veel belangrijker dan de authenticiteit
van je relatie. Dan gaat het om samenwerken, samen leven,
om compromissen sluiten'.
Het is überhaupt een goed idee om het
huidige romantische ideaal te relativeren.
Gewoon, voor je eigen zielenrust. Een sterke band met je partner
is belangrijk, maar die hoeft niet per se romantisch te zijn,
vindt Roodvoets. 'Liefhebben is eigenlijk een soort ambacht,
je moet het elke dag oefenen. Een relatie is niet "hard
werken", zoals je weleens hoort, dan klopt er iets niet.
Maar het is wel je huiswerk doen, en je egocentrische trekjes
in toom houden'. Natuurlijk is er altijd iemand te vinden
die nog beter bij je past, zegt ze. 'Maar daar gaat het niet
om. De kwaliteit van je relatie wordt bepaald doordat je er
praktisch, maar vooral ook emotioneel in investeert. Juist
omdat mensen dat weinig doen, gaan ze gemakkelijker bij elkaar
weg. Maar als je dat wel doet, raak je emotioneel met elkaar
verbonden en ontstaat er over en weer loyaliteit. Die leg
je niet zomaar af. Ook niet voor tien of honderd anderen met
wie het beter kan'.
Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de
generatie twintigers dat idee zal omarmen. Trendwatcher Carl Rohde constateert dat ideaal en werkelijkheid verder
uit elkaar komen te liggen dan ooit. 'Het verlangen naar geborgenheid
van die generatie is immens, maar tegelijkertijd is ze ook
heel cynisch. Uit onderzoek in Engeland komt duidelijk naar
voren dat jongeren niet geloven in het stichten van een gezin.
Dat lukt gewoon niet, zeggen ze. Jonge vrouwen zien mannen
als een toy boy: je hebt er prettige momenten mee, maar je
kunt ze niet serieus nemen als vader van je kinderen, en blijven
doen ze niet'. En daar zit ook wat in, denkt Rohde. 'Jonge
mannen zijn "new lads" geworden. Ze zijn vroeg man,
neuken zich suf, maar verantwoordelijkheid nemen, doen ze
niet'.
Dit 'Caribisch model' dreigt het vinden van de Ware Liefde
extra te frustreren. De nieuwe generatie kopieert niet alleen
het gedrag van haar ouders, ze doet er zelf nog een schepje
bovenop. Daarmee wordt de keerzijde van de veelbejubelde
emancipatie en individuele vrijheid pijnlijk zichtbaar:
alleenstaande moeders die zich verlaten op hun vriendinnenkring,
dolende mannen die geen verantwoordelijkheid meer nemen omdat
ze, functioneel gezien, niet meer nodig zijn. Geld, onderdak,
seks en kinderen: vrouwen kunnen het zelf wel af.
'Mannen worden de grote verliezers van deze ontwikkeling,'
voorspelt Jan Latten. 'In de toekomst zal een op de vijf mannelijke
veertigers single zijn. Ze lopen het risico verloren rond
te zwabberen in een maatschappij waar ze weinig geborgenheid
meer vinden. Kijk maar naar de problemen veel gescheiden vaders
nu al hebben om kinderen te mogen zien'. Daar staat tegenover
dat de 'gevoelige man die 'oprecht' kan praten over zijn 'authentiek
gevoelens, een streepje voor heeft. Misschien is hij wel degene
die….? Want al gaat de weg naar Liefde niet over rozen, elke
nieuwe generatie blijft het proberen. We kunnen het
immers allemaal beter dan onze ouders.
Tenzij anders vermeld zijn de in dit verhaal
genoemde cijfers afkomstig van het Centraal
Bureau voor de Statistiek
Boeken over relaties, vindt u hier. |