Herman (61)
Deelnemer Humanitas Maatjes voor Leven
“Mijn rugzak met pittige levenservaringen is nogal groot. Ik heb vanaf mijn jeugd aardig wat meegemaakt. Toen mijn vrouw overleed in 2018, nadat ik haar vier jaar lang had gezorgd, was die rugzak vol. Ik had geen zin meer in mijn leven. Bij de huisarts kreeg ik te horen dat er maatjes waren bij Humanitas in Groningen die misschien iets konden betekenen. En zo ontmoette ik Bert.
Als mantelzorger was ik vier jaar lang niet buiten de deur gekomen. Met vrienden was het contact verwaterd en ik vertrouwde niemand meer. Daar werd ik somber van. Bovendien vond ik het, door de oogaandoening die ik het heb, moeilijk om contact te maken met nieuwe mensen. Door een verkeerde combinatie van medicijnen ben ik ooit zeer slechtziend geworden. Ik loopt met een stok en doe ik veel dingen op geluid.
Bert kwam hier in december 2019 op bezoek voor de kennismaking. Al gauw bleek dat hij het tegenovergestelde was dan ik; hij danst bijvoorbeeld de salsa en is vegetarisch. Ik moet er niet aan denken. En toch klikte het. Hem vertrouwde ik meteen. We praatten en discussieerde over politiek en de problemen in de wereld. En hij nam me mee naar buiten om te wandelen, kilometers lang. Vaak maakte hij dan ook praatjes met mensen die we helemaal niet kenden.
En toen kwam corona. We zetten ons contact voort via de telefoon. Elke doordeweekse avond van 19.30 tot 20.00 uur belden we met elkaar. Het gaf me zo’n opluchting dat er iemand was met wie ik van alles kon bespreken.
Vlak voor corona had hij mij gewezen op een buurthuis waar mensen wekelijks samenkwamen die zich ook eenzaam voelden. Ik was daar naartoe gegaan en ontmoette er onder anderen een oudere mevrouw. Toen ik midden in de coronatijd kanker bleek te hebben, nodigde zij mij bij haar thuis uit, zodat ik mijn ei kwijt kon.
Daarna werd zij zelf erg ziek en besloot ik om voor haar te gaan zorgen. Dat doe ik nu nog steeds, elke dag. Het brengt mij ritme en ik vind het fijn om iets voor een ander te doen. Bovendien hoef ik dan niet aan mijn eigen ‘rotzooi’ te denken. Dit heb ik dus aan Bert te danken.
Wat ik ook van hem heb geleerd, is om meer contact te durven maken met anderen. Als ik in de supermarkt hulp nodig heb omdat ik iets niet kan zien, dan vraag ik het gewoon. Dat had ik vroeger nooit gedurfd. En het gevoel dat ik niet meer wil leven, dat is er niet meer”. |