De etiquette van de aandachtPraten over jezelf is volgens de conversatie-etiquette van oudsher taboe. Egopraat zuigt de aandacht op als een zwart gat. Roddelen staat hoger aangeschreven. Artikel uit HP/de Tijd van 11 juli 2003, geschreven door Beatrijs Ritsema. Toen het dagelijkse leven nog op autoritaire leest was geschoeid
(zo'n beetje de hele geschiedenis van de mensheid, op de afgelopen
dertig jaar na), bestond er geen behoefte aan een etiquette
van de aandacht. De machtigen monopoliseerden alles, en naar
hun luimen moesten de machtelozen zich voegen. Als een edelman
een marktkraam passeerde waar heerlijke kersen te koop waren,
dan sloot hij niet achter de rij klanten aan, maar eiste geheel
vanzelfsprekend onmiddellijke bediening op. Het wezen van de democratie is dat burgers gelijke rechten
hebben. Behalve zeggenschap over de regering, gelijke kansen
op het nastreven van maatschappelijk succes en de vrijheid
om je eigen keuzen te maken, betekent dat ook in toenemende
mate het recht op zelfexpressie. Een mens heeft het recht
gehoord te worden, daar komt het ongeveer op neer. Dat is
een betrekkelijk nieuw fenomeen. Vroeger waren regenten niet
echt geïnteresseerd in wat er onder het volk leefde;
zolang het zich maar gedeisd hield. Leraren vroegen zich niet
af wat leerlingen over de stof te zeggen hadden. Een professor
gaf college en de studenten maakten aantekeningen. Nu zijn
er werkgroepjes en krijgen docenten evaluaties. Ouders gooien
niet zomaar met Kerstmis het konijn in de pan, maar houden
rekening met hun kind als het heeft besloten vegetariër
te worden. Artsen laten de wens van de patiënt meewegen
in hun beslissing over de behandeling. De anesthesioloog Bob Smalhout werd eens over het onderwerp
`fatsoen' geïnterviewd in Plus-Magazine, waarin hij zich
nostalgisch uitliet over de jaren vijftig, toen artsen nog
respect genoten. Hij beweende het huidige autoriteitsverlies
van artsen en zei: "Ik moet de zin `Mevrouw, trekt u
uw bloes even uit' kunnen zeggen terwijl geen mens eraan durft
te denken mij tegen te spreken." In dit zinnetje ligt
precies die hautaine, autoritaire, ik-weet-wat-goed-voor-je-is-jaren-vijftig-artsenmentaliteit
besloten. Van die artsen die je je laten uitkleden, je sommeren
om naakt op de onderzoekstafel te gaan liggen en vervolgens
tien minuten gaan koffiedrinken. Van die artsen die zuchten,
bedenkelijk kijken en je een brief onder gesloten couvert
meegeven voor wéér een andere specialist. Dat
is de wereld die Smalhout oproept met zijn `Mevrouw, trekt
u uw bloes even uit'. Veel geventileerde authenticiteit is helemaal
niet zo vreselijk interessant - daarvoor lijken mensen te
veel op elkaar. Eerlijke meningen zijn al gauw kwetsend. Zodra
de opening luidt: "Ik zal het je maar eerlijk vertellen...,"
dan weet je al dat er iets onaangenaams komt. "Dat nieuwe
kapsel staat je niet; ik begrijp niet wat je in die nieuwe
vriend van je ziet; dat succes van je stelt eigenlijk niet
zoveel voor," enzovoort. Eerlijkheid over jezelf is vaak
saai. Altijd dezelfde verhalen over verslavingen, familieruzies,
onzekerheden. Niet voor niets legt de etiquette voor de conversatie
van oudsher een zwaar taboe op het spreken over jezelf. Wie
over zichzelf spreekt, gijzelt zijn gehoor. Individuele, subjectieve
ervaringen kunnen immers niet goed worden tegengesproken of
weerlegd. Wat moet je terugzeggen op een relaas van een half
uur over een toeristische excursie naar Nieuw-Guinea, met
alle ontberingsdetails van dien? Dat kun je alleen maar zo'n
beetje jaknikkend en meelevend over je heen laten komen. Soms
maken luisteraars gebruik van een adempauze in de woordenstroom
van de over-zichzelf-prater om het woord te kapen en op hun
eigen belevenissen (in Bolivia) door te gaan. De ene onbeleefdheid
wordt dan beantwoord door een andere van hetzelfde kaliber. Lange uitweidingen over persoonlijke zielenroerselen horen
niet tot de ingrediënten van een sprankelende conversatie.
In een tweegesprek is daar meer ruimte voor, zeker wanneer
er sprake is van acute en nieuwswaardige gebeurtenissen, maar
zelfs daarin moet je uitkijken met te veel tijd nemen voor
het praten over jezelf, want luisteraars raken snel verveeld.
Niet alleen omdat ze stiekem zitten te vlassen op een eigen
portie aandacht, maar ook omdat het scala van reacties zo
beperkt is. Stevig tegengas geven of negatieve kritiek op
de spreker komt bijvoorbeeld niet in aanmerking. Als iemand
ontredderd meedeelt dat z'n vrouw bij hem weg is, dan zeg
je niet: "Nou, dat verbaast me helemaal niet. Dat ze
het nog zo lang bij je heeft uitgehouden!" Dan hoor je
je gezicht in de onvoorwaardelijke acceptatiestand te plooien
en te vragen `hoe het allemaal zo gekomen is'. |
(Terug) naar het onderdeel "filosofie, moraal en spiritualiteit" bij de artikelen over zingeving. |
Boeken over etiquette vindt u hier. Klik hier voor alle boeken van Beatrijs Ritsema. |