Stukken overnemen zonder toestemmingOnderstaande tekst is met toestemming overgenomen van de site van Jeanne Doomen. In dit artikel van 1997 uit de Journalist vraagt zij zich af wat de beste oplossing is voor het vergoeden van stukken die zijn overgenomen uit de media. Het is maandag 30 september en freelance journalist Jan Rensen
zit wat te surfen op Internet. Hij neemt een kijkje op de
site van het Utrechts Nieuwsblad, de krant waaraan hij regelmatig
artikelen levert. Tot zijn stomme verbazing stuit hij op een
(zwaar verminkt) verhaal van hemzelf waarbij ook nog eens
staat vermeld dat het copyright berust bij het UN. Het komt niet vaak voor dat freelancers daadwerkelijk optreden
tegen opdrachtgevers die hun auteursrecht schenden. Soms merken
ze niet dat het gebeurt (het artikel verschijnt op een plek
waar ze het niet tegenkomen). Of ze willen de zaak niet te
hoog spelen uit angst de relatie met de opdrachtgever op het
spel te zetten. Of ze hebben eenvoudig geen zin in het 'gedoe'. Aanvankelijk deden de uitgevers of hun neus bloedde en sluisden
voor eenmalig gebruik bedoeld journalistiek materiaal zonder
meer door naar databanken, CD-roms en vervolgens ook naar
Internet. En alsjeblieft geen moeilijke gesprekken over of
daarvoor toestem ming van de auteurs nodig was, of er sprake
was van hergebruik en al helemaal niet over de vraag of daar
een vergoeding tegenover moest staan. Ook bij het Haarlems Dagblad werd onlangs een notitie op tafel gelegd over de creatie van een eigen plek op Internet. Het woord auteursrecht kwam in die notitie niet voor. "Als voorzitter van de redaktieraad heb ik er toen op gewezen dat dat wel goed geregeld moest worden," zegt Arthur Maandag. "Maar hoe het nu uitpakt moeten we nog maar afwachten". Erg lang zullen uitgevers deze lijn niet meer volgen. Het
laatste half jaar gaan zij er immers in toenemende mate toe
over journalisten met zachte of wat hardere hand ertoe te
bewegen hun auteursrecht zelf uit handen te geven. Bij de Dagbladpers spreekt men bij voorkeur niet van een
totale overdracht van het auteursrecht. "Ik noem het
liever een versterking van de wettelijke licentie," zegt
H. Grootveld, secretaris voorlichting juridische zaken van
het Nederlands Uitgevers Verbond. Dat er uiteindelijk aan journalisten betaald zal moeten
worden wanneer hun produkten in databanken, op CD-rom of op
Internet (verder) worden geëxploiteerd staat wel vast.
Dat is ook vanzelfsprekend, aangezien de Internet-gebruiker
ook niet overal meer vrij toegang heeft en zal hebben. De vraag is dan hoe die royalties moeten worden berekend
en uitbetaald. "Het is praktisch niet haalbaar om met
alle mogelijke rechthebbenden op materiaal te gaan onderhandelen,
" aldus advocaat mr. drs. S.J.H. Gijrath in het Financieel
Dagblad van 3 juli 1996. Ook is het volgens hem "moeilijk
om vooraf een vast percentage af te spreken. De inhoud van
een site wordt voortdurend aangepast en uitgebreid en het
is dus ondoenlijk op enig tijdstip te bepalen wat het aandeel
is van een stuk bronnenmateriaal in de totale site". Advocaat Hugenholtz kan zich voorstellen dat het opsporen
van en onderhandelen met een veelheid van rechthebbenden voor
een multimedia-producent "kan uitdraaien op een auteursrechtelijke
nachtmerrie". Anders dan Gijrath meent hij echter dat
er wel degelijk mogelijkheden zijn om vast te stellen wie
op welk moment welke Internet-informatie tot zich neemt. Voorlopig lijkt het Hugenholtz nog niet zo'n gekke oplossing
om een eenmalig percentage vast te stellen voor hergebruik
van journalistieke produkten. "Het voordeel daarvan is
dat je het systeem ook voor CD-roms kunt gebruiken. Want bij
een CD-rom kun je tenslotte niet vaststellen hoe vaak welke
gegevens zijn gebruikt". Dit artikel is met toestemming van Jeanne Doomen overgenomen
van haar website. Voor mijn beleid op het omgaan met copyright en auteurs, zie dit artikel. Kunstmatige Intelligentie en beeldrechtDe ontwikkelingen van Artificial Intelligence (AI) kan leiden tot absurde situaties. Er kunnen nu veronderstelde nieuwsfoto's gaan circuleren, gemaakt door AI en waarvan mensen het belangrijk gaan vinden om dit zogenaamde nieuws te delen. Vervolgens gaan de makers aan degenen die kopieën op hun website plaatsen een rekening sturen voor het gebruik van de foto's. Mensen die te goeder trouw handelen, bijvoorbeeld door foto's te verspreiden om aandacht te vragen voor onrechtvaardigheid of maatschappelijke problemen, zouden niet geconfronteerd moeten worden met onverwachte rekeningen voor het gebruik van die beelden. Wanneer het verspreiden van de waarheid financiële consequenties met zich meebrengt, terwijl onjuiste of misleidende informatie potentieel winstgevend is, verstoort dit de integriteit van de informatieverspreiding van nieuws. Deze situatie benadrukt te meer het belang van bewustwording en discussie over ethiek in AI en intellectueel eigendom. Het kan leiden tot de noodzaak van nieuwe regelgeving en beleid om duidelijkheid te verschaffen over de rechten en verantwoordelijkheden met betrekking tot door AI gegenereerde content. Organisaties en individuen die gebruikmaken van AI-gemaakte media moeten wellicht nieuwe strategieën ontwikkelen om de herkomst van content te verifiëren en de rechten van makers te respecteren. Tegelijkertijd moeten de makers van AI-gemaakte content ook ethische overwegingen in acht nemen, zoals het vermijden van misleiding en het duidelijk communiceren van de aard van de gegenereerde content. Dit is een evoluerend terrein waarop de maatschappij en wetgevers mogelijk moeten anticiperen om een evenwicht te vinden tussen innovatie en het beschermen van individuele rechten. Het stimuleert ook het ontwikkelen van bewustzijn over digitale geletterdheid en kritisch denken bij het grote publiek, zodat mensen beter in staat zijn om met dergelijke ontwikkelingen om te gaan. LiteratuurHet internet heeft onze benadering van informatie voorgoed veranderd. Onze informatieconsumptie is enorm vergroot; de effectieve bescherming van informatie verkleind. Het informatierecht is daarom toe aan een
herwaardering. |
Geplaatst door Bert Stoop. |