Kwaliteit en vrijheidOntwikkeling in vrijheid en kwaliteit, gedreven door waardePirsig doet middels zijn theorie van de Metafysica van de
Kwaliteit een poging westerse en oosterse filosofie te verbinden. De westerse manier van denken heeft tot gevolg dat dingen
waarvan het bestaan niet empirisch vastgesteld kan worden,
niet objectief kunnen bestaan. Het zijn veronderstellingen,
dingen die mensen bedenken, of zich inbeelden, maar die er
in de werkelijkheid niet zijn. Evolutie van kwaliteitVan het begrip ‘waarde’ stapt Pirsig over naar ‘kwaliteit’, die hij vervolgens onderverdeelt in Dynamische Kwaliteit en Statische Kwaliteit. En daarmee zijn we tot de kern van zijn betoog gekomen. Statische kwaliteit is conserverend, bijeenhoudend, gebaseerd op gewoonte en herinnering. Wanneer alles goed gaat, hoeft de mens zich niet druk te maken over de organisatie van zijn lichaam of van zijn sociale omgeving. Beiden scheppen de voorwaarde voor het komen tot zelfontplooiing. Goed is datgene wat aansluit bij bestaande patronen van waarde. Citaat uit het boek Lila, de opvolger van Zen en de kunst van motoronderhoud: Statische waardepatronen zijn onder te verdelen in vier stelsels:
Deze vier stelsels zijn alomvattend, er is niets dat in deze indeling niet ondergebracht kan worden. Daarbij zijn de vier stelsels onafhankelijk, zelfs tegengesteld ten opzichte van elkaar. In het subject – object denken is dat ondenkbaar; daar is de materie, het anorganisch patroon immers de basis voor al het andere. Elke laag van patronen is (moreel) verheven boven de voorgaande. Dit maakt waardeoordelen tussen die niveaus mogelijk. Alleen de Dynamische kwaliteit onttrekt zich aan deze indeling. Dynamische kwaliteit is altijd moreel beter dan statische kwaliteit. Dynamische kwaliteit is de bron van alle verandering, de kwaliteit van de vrijheid. Dynamische kwaliteit creëert de wereld waarin wij leven, maar statische kwaliteit is noodzakelijk om haar in stand te houden. Alleen maar in stand houden loopt telkens uit op stagnatie, het verhinderen van verandering, het verbieden van het afwijkende. Het is zaak telkens de balans te zoeken tussen beide kwaliteiten en gericht te blijven op evenwaardigheid. Een baby is een en al Dynamische kwaliteit. Zonder voorkennis ziet een baby een wereld waarin alles nieuw en gelijkwaardig is. Al snel ontdekt hij echter allerlei patronen, gaat hij de wereld indelen, construeert hij zijn wereld. Dat is nodig om in die wereld te kunnen zíjn, maar wanneer de Statische kwaliteit alomvattend wordt verdwijnt de vrijheid, stolt de wereld. Pirsig kwam tot de conclusie dat kwaliteit noch objectief, noch subjectief is. Hij veronderstelde dat kwaliteit naast geest en materie een derde entiteit vormt. En zo poneerde hij de metafysische stelling dat er ten opzichte van object- en subjectervaringen een diepere onderliggende realiteit bestaat die hij Kwaliteit noemt met een hoofdletter. Die Kwaliteit heeft in zijn ogen een a-priori karakter en is inhoudelijk ondefinieerbaar omdat het geen ding is maar een gebeuren, een ervaringsproces dat vooraf gaat aan cognitieve acties en emotieve belevingen. Voordat men over iets nadenkt of iets beleeft, ervaart men of iets van waarde is, of iets kwaliteit heeft. Schoonheid, wijsheid, liefde en geestkracht zijn de voortbrengselen van onze geestelijke vermogens, gebaseerd op waarnemen, denken, voelen en willen. Wanneer Kwaliteit wordt beschouwd als de ultieme werkelijkheid, wordt het mogelijk dat er meer dan één verzameling waarheden bestaat. Dan hoeft men niet meer naar de absolute ´Waarheid´ te zoeken. Men zoekt in plaats daarvan naar de intellectuele verklaring voor de dingen die de grootste kwaliteit heeft, in de wetenschap dat deze verklaring, als het verleden iets voor de toekomst kan betekenen, als voorlopig moet worden opgevat, en net zolang bruikbaar is tot zich iets beters aandient. Kwaliteitservaringen vormen de essentie voor een bevredigend leven, omdat in die ervaringen de kunstmatige scheiding tussen object en subject afwezig is en de oervorm van een natuurlijke eenheid bestaat. Pirsig legt een verband met het Zenboedisme, waarin dit streven al eeuwenlang vervat ligt. Hoe kunnen mensen tot dergelijke Kwaliteitservaringen komen? In zijn voorbeelden richt Pirsig zich op arbeidservaringen, zoals op motoronderhoud. Het beste motoronderhoud ontstaat als men komt tot een Kwaliteitservaring die men beleeft als “er helemaal in opgaan”. Om in iets op te kunnen gaan, moet men een Kwaliteitsspoor zien te vinden en daarvoor is volgens Pirsig innerlijke gemoedsrust nodig, moet men constructief de betekenis van optredende irritaties zien te begrijpen en moet men “hart” hebben voor waar men zijn aandacht op richt. We dichten iets kwaliteit toe als wij het associëren met mogelijkheden tot de begeerde Kwaliteitservaring. De ene mens heeft voor de andere mens kwaliteit als zij hem of haar bijvoorbeeld lichamelijke of intieme “versmeltingen” te bieden heeft. Een baan heeft kwaliteit als de bezigheden het mogelijk maken om je er zo nu en dan met hart en ziel in te verliezen. Iemands leven heeft kwaliteit als er voldoende verbondenheidervaringen te bereiken vallen. Een gemeenschap of groep biedt een Kwaliteitservaring als een individu met beleving van, en respect voor, zijn eigenheid zich verbonden met de anderen voelt. Een relatie heeft kwaliteit wanneer het op alle aspecten als chemie, band, seksualiteit, kameraadschap, belangstelling, etc. goed voelt. Een relatie (de liefde) lijkt op alle niveaus voorbeelden te hebben van statische en dynamische patronen. Een voorbeeld van een conflicterende statische patronen. Het gaat er dus niet om een permanente toestand van eenheid, harmonie of verbinding te bereiken, want dat leidt tot overprikkeling. Zoals bij de dans of het bespelen van een accordeon is de beweging tussen nabijheid en afstand noodzakelijk voor het bewerkstelligen van leven en hartstocht in de muziek. Het vrijheidsgehalte binnen een samenleving en het vrijheidsstreven van de deelnemende individuen is een belangrijke facilitator voor Kwaliteitservaringen. Maar meer vrijheden bieden geen garantie voor meer geluk. Grensverleggen is een bewijs van groei, maar geen doel op zich. Iemand die telkens over zijn eigen en andermans grenzen gaat, kent geen balans en evenwicht. Hij is ongezond als een kankergezwel in een lichaam. Voor meer over de relatie tussen geluk, vrijheid en kwaliteit, klik hier. Bovenstaande tekst is een compilatie van boekbesprekingen te vinden op Internet. Het pad naar vrijheid, liefde en kwaliteit gaat niet
altijd over rozen. Een goede aanvulling op de visie
van Pirsig geeft Erich Fromm in De
gezonde samenleving. Met name over de situatie dat de
mens gefrustreerd raakt in het creëren van kwaliteit.
Volgens Fromm zijn schepping en verwoesting, liefde en haat,
geen twee onafhankelijk van elkaar bestaande instincten. Beiden
zijn zij antwoorden op dezelfde behoefte aan zelf-transcendentie,
en de vernietigingsdrang moet noodzakelijk opkomen in de mens
zodra de scheppingsdrang geblokkeerd is en niet bevredigd
kan worden. Het verschil is echter, dat de bevrediging van
de scheppingsdrang tot het geluk leidt, maar destructivisme
tot leed, het allermeest voor de verwoester zelf. In zijn boek Flow beschrijft Mihaly Csikszentmihalyi een gefaseerde ontwikkeling van zingeving, die lijkt op de ontwikkelingschets van kwaliteit door Pirsig. De spiraal van toenemende complexiteit in zingeving wordt
niet door iedereen doorlopen. Sommige mensen krijgen nooit
de kans om verder te komen dan de eerste stap. Wanneer de
overleving zo veel van iemand eist dat hij of zij geen of
weinig aandacht aan andere zaken kan schenken, zal hij of
zij onvoldoende energie kunnen steken in de doelen van het
gezin of van een grotere gemeenschap. De zin van het leven is slechts gebaseerd op de belangen van het zelf. Het merendeel
van de mensen voelt zich waarschijnlijk uitstekend wanneer
zij blijven hangen in het tweede stadium van hun ontwikkeling,
de fase waarin het welzijn van het gezin, het bedrijf, de
gemeenschap of de natie zin geven aan het bestaan. Een gering
aantal mensen bereikt het derde stadium van reflectief individualisme,
en nog minder mensen proberen opnieuw een eenheid met universele
doelen tot stand te brengen. Dus deze stadia geven niet noodzakelijk
weer wat er precies gebeurt of gaat gebeuren: ze geven aan
wat er met iemand kan gebeuren wanneer hij of zij in staat
is zijn of haar bewustzijn onder controle te krijgen.
|