bol.com |
Recensie of boekbeschrijving |
Nederland hoort tot de meest welvarende, vrije en gelukkige landen. Dat constateren wetenschappelijk onderzoekers van het geluk. Maar tegelijk zijn anti-depressiva de meest geslikte medicijnen. Talloos zijn de andere therapieën, de zelfhulpboeken en de internetpagina's over depressiviteit. En deskundigen stellen dat depressie nog grotendeels onderbehandeld is. Is depressie een biologisch bepaalde ziekte die nu pas goed herkend en behandeld wordt? Praten de hulpverlening en de farmaceutische industrie ons psychische stoornissen aan? Of bracht de verzorgingsstaat mentale kleinzerigheid op grote schaal? Trudy Dehue bespreekt de geschiedenis van neerslachtigheid. Ze bestudeert de claims van de biopsychiatrie, analyseert de commercialisering van het psychiatrisch onderzoek en de inhoud van de anti-depressivareclames. Ze betoogt dat gangbare verklaringen voor de toename van depressie niet houdbaar of niet volledig zijn. De depressie-epidemie belicht het proces waarin het ideaal van de maakbare samenleving werd ingeruild voor dat van het maakbare individu. Benadrukten we voorheen omstandigheden als oorzaak van ellende, tegenwoordig gaat de aandacht naar het individuele brein. Daarbij werden we zelf verantwoordelijk voor wat ons vroeger gewoon overkwam. Want nu succes een keuze is geworden, geldt dat voor mislukking evenzeer. |
|
|
|
|
Depressie is een volksziekte: een op de zes Nederlanders
krijgt ermee te maken. Dit boek is bestemd voor mensen die aan
depressie lijden, of het nu eenmalig of chronisch is. Maar het
is ook handig voor hun vrienden, collega's en familie.
De aap op mijn rug geeft een compleet en actueel overzicht
van het verschijnsel en biedt tegelijkertijd een monter soort
gereedschap hoe met stemmingsstoornissen om te gaan. Het beval
praktische tips, feiten, herkenbare verhalen, eye-openers en
adressen.
Marian Henderson (Den Haag, 1954) lijdt al sinds haar puberteit
aan terugkerende depressies. Behalve haar persoonlijke ervaringen
heeft ze bij het schrijven van De aap op mijn rug haar
beroepskennis gebruikt: ze werkt al meer dan dertig jaar in
de gezondheidszorg, waaronder de verslavingszorg en de psychiatrie. |
|
|
|
God is in de war, Hij denkt dat Hij Pieter
is, is het tweede boek van Pieter Overduin. Hierin beschrijft
hij wat er met hem gebeurd is na het verschijnen van zijn
eerste boek Ik houd van mijzelf en dat is wederzijds.
Het is - opnieuw - een bijzonder interessant boek geworden.
Pieter beschrijft hierin hoe hij na de publicatie van zijn
eerste boek in een manie terechtkomt, zich achtereenvolgens
Gandhi en God waant, om daarna weer in een depressie te belanden.
De ervaringen die zijn familieleden, vrienden en oud-collega´s
in dit boek beschrijven, laten ook de andere kant zien, wat
het betekent voor de directe omgeving van iemand die manisch-depressief
is. Ook zij hebben levenslang.
Evenals met zijn eerste boek heeft Pieter ook nu weer kans
gezien een boeiend en waardevol document te schrijven. Zeer
openhartig en met veel humor. |
|
|
|
Eén op de drie volwassenen maakt minstens
eenmaal een (milde) depressie door. Depressieve en overspannen
mensen zitten vaak gevangen in een negatieve spiraal. Alles
lijkt hopeloos en zwaar, ze verwaarlozen zichzelf en raken steeds
dieper in de put. Dit boek biedt iedereen een methode om zelf
het herstel uit een milde depressie te bevorderen. Inzicht in
de oorzaken van de depressie en de factoren die herstel bevorderen
of juist belemmeren, blijkt een depressie en daarmee ook de
behandeling te kunnen bekorten. De zelf-activeringsmethode in
dit boek stimuleert de eigen kracht en vermindert de kwetsbaarheid,
onder andere door aandacht te vragen voor interne en externe
stressbronnen. Ook geeft de auteur suggesties met betrekking
tot slaapproblemen, ontspanning en voeding. De methode zelf
krijgt vorm in tien modules met opdrachten. |
|
|
|
Dit boek biedt een vernieuwend programma van acht
therapiesessies ter voorkoming van terugval bij patiënten
met depressie. Het introduceert de `oosterse' aandachtsmeditatie
in de reguliere `westerse' psychotherapeutische praktijk. De
auteurs combineren cognitie met emotie en plaatsen aandachtgerichtheid
-- mindfulness -- in een raamwerk van principes en technieken
van cognitieve therapie. Klinisch-wetenschappelijk onderzoek
heeeft inmiddels de effectiviteit van de methode bewezen.
Aandachtgerichte cognitieve therapie bij depressie laat zien hoe een therapeut cliënten leert een eenvoudige
maar radicale verandering te bewerkstelligen in de beleving
van gedachten en gevoelens die kunnen bijdragen aan een terugval
in depressie. Ze beschrijven de theoretische basis van de
aandachtgerichte methode, bespreken in detail gestructureerde
groepssessies en bieden praktische informatie over de implementering
van het programma, inclusief sessie-draaiboeken, handouts
voor deelnemers, casus-voorbeelden en richtlijnen voor het
opzetten van een eigen aandachtgerichte praktijk. |
|
|
|
Diep in de hersenen zit een deel dat ons gevoel,
humeur, gedrag, bloeddruk, ons immuunsysteem, kortom alles wat
met ons welbevinden te maken heeft, beheerst: het emotionele
brein. Door controle te krijgen over dit deel van de hersenen,
is het mogelijk om stoornissen die voortkomen uit stress, angsten
of depressie zelf te genezen. |
|
|
|
Dit boek wil mensen helpen een depressie te voorkomen. Daartoe wordt beschreven wat een depressie is, hoe men er in de loop van de tijd tegenaan keek en hoe het in verschillende levensfasen tot uiting komt. Er is een test ingevoegd om te bepalen in hoeverre je depressieve neigingen hebt. Er worden methoden beschreven om depressieve gevoelens tegen te gaan en behandelingen die hulpverleners bieden, zijn beschreven. Er zijn drie 'brieven' aan de auteur opgenomen. De situaties die hierin beschreven zijn, zijn extreem en liggen er erg dik bovenop. Het boek gaat niet zozeer in op wat iemand met een depressie doormaakt, het gaat om het verminderen van de depressieve gevoelens. Voor mensen die echt een depressie hebben of hier dicht tegenaan zitten, kunnen de aangeboden methoden wat simplistisch overkomen. In het boek wisselt de doelgroep een paar keer tussen mensen die echt depressief zijn en mensen die gevoelig zijn voor depressieve emoties. Het is echter alleen voor de laatste doelgroep echt geschikt. |
|